Ik dacht dat ik fatsoenlijk was opgevoed.

Wat is het laatste dat je hebt geleerd?

Ik was heerlijk aan het netflixen, Le crime est notre affaire met Catherine Frot. Een Agatha Christie verhaal met een vleugje Franse humor. Voor het kerstmaal was de vrouwelijke speurneus een kapoen aan het voorbereidden.

Kapoen, is dat een soort vis of eend?  Toch maar even op pauze zetten en opzoeken op het handige Wikipedia: ‘Een kapoen is een gecastreerde haan.’

Het is dus pluimvee. Maar wacht eens even, wat heeft kapoen nou met Sinterklaas te maken?  Ik dacht dat “Sinterklaas kapoentje ‘’ in dezelfde trant was als ”Sinterklaas Goedheiligman.”

Thuis zongen we Sinterklaas Kapoentje uit volle borst. Op de kleuterschool en de katholieke basisschool was dit het meest gezongen sinterklaasliedje. Ik heb nooit iets meegekregen van een discussie over dit liedje.

Onze kinderen zongen het ook, in deze eeuw ook nooit iets vernomen dat Sinterklaas kapoentje onfatsoenlijk zou zijn.

Vroeger was een sukkel nog wel een oen. Maar sinds we weten dat oen het woord is voor gecastreerde ezel, is dit scheldwoord niet zo hip meer.

Sinterklaas kapoentje is algemeen geworden. Toch denk ik, dat er ergens op een kerkhof, een protestantse tekstschrijver in zijn graf ligt te glimlachen.

Geplaatst in ter lering en vermaak | Tags: , | 1 reactie

Deens lunchpakket.

Collega’s vragen het wel eens: “Wat is nou het merkwaardigste wat je hebt meegemaakt in Denemarken?”
We hebben er vijf jaar gewoond, onze jongste is er geboren. We zijn al weer een tijd terug, dus de herinneringen vervagen wat. Maar een paar voorvallen blijven je bij. De meest frappante is toch wel die keer dat ik op het matje geroepen werd bij de leiding van de kleuterschool. Met een zeer streng gezicht werd mij verzocht of ik even mee naar het kantoor wilde lopen. Daar deelde de leidster mij op zeer ernstige toon mee, dat ik de kinderen geen snoep als lunchpakket mee mag geven.
Pardon? Bruine boterhammen met halvarine en een plakje kaas! Dat is toch geen snoepgoed?! Ja zeker, in een lunchpakket behoort te zitten; roggebrood en rauwkost. De kinderen moeten goed kauwen, dat is goed voor de spraakontwikkeling. Komkommer, worteltjes en plakjes rode biet of rode kool, dat hoort in een broodtrommeltje. Met als extra nog een stuk fruit.
Ik had er tegenin kunnen gaan, -dan doen we in Duistland, Nederland en België toch met zijn allen iets helemaal verkeerd- maar dat leek me niet verstandig. Vooral omdat de leidster het goed bedoelde. Zij kon niet weten, dat ik een paar jaar daarvoor, in Nederland als overblijf-moeder bijna hetzelfde had meegemaakt. Dat waren dan kinderen van asielzoekers. Die hadden snoepgoed in hun broodtrommeltje. Echt suikergoed, geen brood met kaas. Dat was een cultuur verschilletje.
Wanneer je emigreert, moet je je aanpassen. Dus er werd roggebrood gehaald. Deens roggebrood is niet te vergelijken met de kleffe plakjes die hier in de winkel liggen. We snappen nu ook waarom de paté in groot verpakking in de schappen ligt. Paté met rode kool op roggebrood is heerlijk. De Deense kaas is ook zachter dan de Hollandse. Dus al met al viel het wel mee.
In ieder klaslokaal staat ook een koelkast speciaal voor de lunchpakketjes. De broodtrommels zijn ook standaard voorzien van luchtgaatjes, zodat het wat kan ademen. De overheid geeft ook brochures uit over gezonde lunchpakketten. Ze had gelijk, het is veel gezonder.

Geplaatst in Denemarken, ter lering en vermaak | Tags: , , , , , | 2 reacties

De charme van het stadsleven.

Inmiddels wonen we alweer zeven jaar in de Randstad. Went dat nou, in een rijtjeshuis, na altijd vrij buiten te hebben gewoond?

Ja, er zitten voordelen aan, de kinderen hebben altijd wel speelkameraadjes in de buurt.    Je kunt je koffie inschenken, gebeld worden door de garagehouder, dat je auto klaar is. Meteen er lopend heen gaan, afrekenen,  nog even kletsen. Thuis gekomen, de nog warme koffie drinken. Dat red je in de polder niet.

Verder is het eigenlijk hetzelfde, boodschappen doen bij de buurtsuper. Kom je ook hier de buren tegen, ook hier kletsen we dan over het weer, werk, kinderen enz. Dat is allemaal hetzelfde, tot het moment dat we tegelijkertijd van de parkeerplaats afrijden.

Op dat moment besef je: “Oh, oh, drie auto’s, dus wie het laatst is, kan niet bij zijn huis parkeren!” Dat heb je in de polder nou weer niet.

parkeren-550-resized

Woudrichem.net

Geplaatst in Geen categorie, ter lering en vermaak | Tags: , , , , , , | Een reactie plaatsen

Zondagsrijders.

Het zal half jaren tachtig geweest zijn. Mijn moeder en ik waren op weg van iets naar huis.

Toen moeder opperde: “Ik heb gehoord dat Beverwijk een leuk winkelcentrum heeft, zullen we daar eens gaan kijken?”

We draaiden de snelweg af op weg naar het centrum, het zal zo rond vieren geweest zijn. Als Texelse zondagsrijder, is het wel even opletten hoe en wat. Ja, een bordje, rechts af! Maar helaas, we waren in de stroom op de strook voor rechtdoor beland, voor de zondagsrijder zat er niks anders op, dan met de stroom mee te gaan. Er is toch wel nog een weg rechts!?

“Waar komen al die auto’s toch vandaan?” de bekende lichte paniek begon  moederlief parten te spelen. Natuurlijk hadden we wel eens van de Hoogovens gehoord, maar er natuurlijk nooit bij stilgestaan, dat het niet meer de mannen met het broodtrommeltje op de bagagedrager zijn, maar elk in een auto.

Tot grote opluchting een ANWB bord met; Alkmaar. Na een kwartier zaten we weer op de bekende snelweg. Beverwijk, nee dat nooit meer, veel te gevaarlijk!

Tegenwoordig ga ik met de kinderen op de fiets geregeld hetzelfde traject. Wanneer de meiden dan vol zelfvertrouwen, daar door het verkeer laveren, kan ik geen glimlach onderdrukken. “Moeder, je moest eens weten.”

fotoleren.nl

Foto van fotoleren.nl

 

Geplaatst in ter lering en vermaak | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Daarom lijkt het gras altijd groener.

Ik dacht een gezellige zondag morgen te hebben.
Koffie, broodje en gewoon lekker niks doen.
Mijn man had hetzelfde idee.
Maar om de een of andere reden dacht het kroost daar anders over.
Het gekibbel, uit de hand lopen van stoeipartijen. Zeuren over het feit dat ze niks te doen hebben. Het was niet die ideale zondagmorgen die we voor ogen hadden.

Maar we hielden de moed erin.
“Kom we maken een picknickmand en gaan op pad, lekker buiten!”
Zo gezegd zo gedaan.
Eerst nog wel weer een discussie over wat er dan op de sandwiches moest.
Maar het ouderlijk gezag vond kaas wel goed genoeg. Zo snel mogelijk inpakken en weg wezen was het idee.
Eindelijk in de auto. Op weg, naar waar naartoe eigenlijk?
Rij maar ergens heen waar ze eruit kunnen en wat doen.
Op weg naar het recreatiegebied dus.

Maar er waren meer mensen met hetzelfde idee. (Of er was echt storm op komst.)
Wie Deense uitstapjes in de natuur gewend is, vind het gauw te druk in Nederland.
Het gevolg is, wanneer er een of twee auto´s ergens staan, wij het al druk vinden.
“Nee, te druk,” zuchtte mijn echtgenoot overal waar anderen aanwezig waren.
Of de kinderen vonden er niks aan, geen speeltoestellen. Of er waren mensen die in onze ogen teveel yup waren, daar wil niemand in de buurt bivakkeren. Geen zonnetje op de plek, teveel wind.
Ondertussen zakte mijn bloedsuiker naar zo een punt, dat ik wel eten moest. Anders zou ik ontploffen en de vocabulaire van mijn schatjes teveel verkeerde input geven.

Ha, naast de snelweg, voor een bocht in het weggetje stond een lege picknicktafel.
Mooi, geen discussie, eruit, zitten, uitpakken en eten.
Natuurlijk wou de ene dochter niet naast de zoon zitten en de jongste wou op schoot, maar de een na jongste zat al bijna op schoot. Pa zette de drinkbekers neer die door het stoten tegen de tafel omvielen, echt lekker ging het niet, maar wij zetten door.

Daar was het moment, allemaal een hap van hun broodje…….. even was het stil.
Op dat moment kwam er een ouderechtpaar op hun electrische fietsen vanachter de bosjes langs fietsen.
De vrouw zei in het voorbijgaan tegen haar man;
“Kijk nou eens wat een idyllisch gezinnetje!”DSC_0002 (2)

Geplaatst in gezin grappig, ter lering en vermaak | Tags: | 1 reactie

Karma, of ……?

Ach wat kneep ik hem steeds, dertig jaar geleden, op mijn stage in de lammertijd. Ik had toch wel ervaring opgedaan op de lagere landbouwschool. Koeien melken, aardappels sorteren, uitmesten en meer geweldig mooi agrarisch werk. Maar er was iets wat me enorm tegenstond. Het assisteren bij het lammen zelf. De lucht die daar omheen hangt, ik vond het vreselijk. Bij koe kalverij had ik daar geen last van, maar bij schapen ….. getver!

Steevast op de heenweg bad ik, dat het mij die middag bespaard zou blijven.En steevast op de terugweg, dankte ik de Heer. Of er was er geen schaap aan het lammen. Een keer was ik bijna aan de beurt, bleek het werk voor de veearts te worden, hoefde ik het niet te proberen. Het mooist was die keer, dat de lammeren er spontaan uit kwamen terwijl ik mijn mouwen aan het opstropen was.

Een zucht van verlichting. De boerin dacht een zucht van teleurstelling: “Nou Jet er rust geen zegen op je stage.” Ik heb haar in die waan gelaten.

 

Twintig jaar ben ik veehouder geweest. Af en toe viel ik toch voor de charmes van de vriendelijke schapen. Een paar voor de hobby. Met alle risico’s  van dien. Ik was van mening dat ik me niet moest aanstellen, waarom geen probleem bij koeien, en wel bij schapen. Het is toch onlogisch. Het is er nooit van gekomen. De ooien deden het zelf, ik hoefde alleen maar na afloop de lammeren te tellen.

Een paar jaar maakte ik het nog spannender. Ik had verkering met een zoon van een schapenboer. Gezellig op zondagmiddag. Toch spookte het door mijn hoofd, als ze maar niet vragen of ik even bijspring. Want ik beet liever mijn tong af, dan te bekennen dat ik geen kaas heb gegeten van het lammeren. En er van walg!  Maar ook in deze periode hielden de ooien zich keurig aan de zondags rust. Later ben ik met mijn kinderen er nog regelmatig heen gegaan, om lammetjes te kijken. Wel in nette kleren, zodat ik geen verwachtingen schiep.

Al die jaren is het goed gegaan. Ik woon nu in de Randstad, een echt stadsmens geworden. Terwijl ik ‘in between jobs’ zat, heb ik werk aangenomen op een melkveehouderij. Na jaren weer terug in de melkstal. De oudere boer had naast zijn koeien nog een hobby, maar daar hoefde ik me niet mee bezig te houden. Hij deed de schapen terwijl ik aan het melken was.

Een andere baan was gevonden. Met een weemoedig gevoel was ik aan het melken. Straks gaat mijn overall voorgoed aan de wilgen. De allerlaatste koeien die ik ooit melk.           “Jet!” de boer kwam binnen gestormd; ”Een calamiteit, jij hebt smalle handen je moet even helpen!”                                                                                                                                            OMG!

Dertig jaar is het goed gegaan, en nu het laatste kwartiertje dat ik werkzaam ben in de agrarische sector. Nu is er een Texelaar ooi, (nota bene, in de Randstad) waar het lam met de kop in het geboortekanaal blijft steken.

Ik kan het nú helemaal niet maken om het te zeggen. Bovendien, er zitten lammeren in doodsnood. Dat was een lange tien meter, van de melkstal naar de schuur. Maar waar maak ik me nou toch druk om. Inmiddels twintig jaar ervaring met koe kalverij, en ook  een jaar op de kraamafdeling van een varkensboerderij gewerkt. Gewoon niet ruiken, en doen wat je doen moet.

Ter plaatse bij de ooi, heb ik het geprobeerd, maar zelfs mijn smalle handen konden er geen beweging in krijgen. Even later liep ik met een prachtig bos bloemen naar mijn auto. Stapt de veearts net uit voor een keizersnede. DSC_0015Terwijl ik het erf af reed vroeg ik mezelf af; is dit nou een soort karma, of weer een goddelijk grapje?

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Een Goddelijk grapje.

250px-De_Waal,_Hogereind_2_-_aa(s)20140529jk

Jaren geleden stond ik met mijn aanstaande echtgenoot, in het vertrek achter het altaar van de kerk.
De eerste tonen van, …daar komt de bruid…, bereikten ons al door de muren.
Toen kwam de hamvraag. Aan welke hand moet de ring eigenlijk?
“Links,” volgens de pastoor.
“Rechts,” was de mening van de dominee.
Geen tijd om daar over na te denken, we zien het wel wanneer het zover is.
Op een drafje gingen wij buiten de kerk om naar de ingang. Het kerkje zat gezellig vol. Deels doordat het een klein kerkje was. Maar hoofdzakelijk omdat we de dienst ’s avonds hielden net voor het feest.
Anderen vertelden dat ze een Monty Python fragment meemaakten.
De bruid droeg een hoed, die hoed zagen ze buiten langs de ramen naar achteren huppelen.
Met als gevolg, dat de hele zaal zich omdraaide naar achteren, want daar zou naar verwachting het bruidspaar hun entree maken.
Maar wij hielden even in. Een bevriend stel kwam snel wandelend aan. “Gaan jullie maar eerst, wij wachten wel.” Het stel ging naar binnen, wij wachtten een moment om daarna ons entree te maken.

Hoogtepunt van de dienst vond ik zelf, het moment dat de pastoor ingreep bij de dominee.
De dominee opende de dienst met een welkomstwoord en die duurde…..
Op een gegeven moment horen we de pastoor:
“Hee, psst dominee..”
“He, he psst… dominee!”
Zeer duidelijk articulerend kwam er achteraan: ”Psst, dominee… het openingslied!”
Waar de dominee goed op reageerde, en het zingen kon beginnen.

En de ringen?
Mijn echtgenoot had hem rechts, ik stak mijn linkerhand naar voren.

Maanden later waren we op kraamvisite bij het stel dat net voor ons de kerk in ging.
Wat bleek.
Toen zij de deur openden, ging iedereen staan, ze moesten helemaal naar voren lopen, omdat daar nog plek was.
Een paar dagen daarvoor waren ze stiekem getrouwd. Mede doordat de dame in kwestie, er moeite mee had om in een kerk naar voren te lopen, terwijl iedereen je aankijkt.

Tja, dit soort grappen dat kan alleen de hogere macht.

 

(foto van reliwiki.nl)

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Het groene varken.

Na een paar decennia melkveehouder te zijn geweest, kwam ik terecht in de varkenshouderij. Een team, een baas en een bedrijfsleider, manlijk, die ook nog eens zes jaar jonger was dan ik. Op zich vond ik het wel een prettig idee, niet de eindverantwoording te hebben, geen beslissingen hoeven te nemen. Prima.
Maar wat te doen op het moment, dat je een opdracht krijgt waarvan je denkt; onzinnig, onlogisch en onpraktisch? Het moet toch gebeuren zoals de bedrijfsleider wil, ik voelde de weerstand in mijn buik al op komen. Op dat moment kreeg ik het idee van “het groene varken”.
Steeds wanneer ik een opdracht kreeg die voor mijn gevoel, onpraktisch, niet nuttig, of onjuist was, dan dacht ik bij mezelf:
“Dit is een groen varken, als de baas vind dat varkens groen zijn, dan zijn ze groen tot vier uur. Na vier uur vind ik de varkens weer roze.”
En dat hielp. Ik had veel minder weerstand gevoel in mijn werkzaamheden.
Thuisgekomen, dook ik meestal toch in de boeken om uit te vinden hoe het eigenlijk zit. Runderen zijn geen varkens en het werkt toch even anders. In de praktijk bleken de groene varkens toch roze te zijn.
Inmiddels ben ik al weer een paar banen verder.
Zelfs een tijdje mijn oude vak – koeien melken – weer opgepakt. Ook in andermans melkstal heb ik vaak gebruik gemaakt van de gedachte: ”Pfff, weer een groen varken.”

Geplaatst in ter lering en vermaak | Tags: , | Een reactie plaatsen

Wat kan wachten toch lang duren…

“Mam, hoeveel nachtjes nog slapen, voor we er heen gaan? ’

“Och, lief kind, dat duurt nog wel 2 weken.”

Een week later:

“Mam, hoeveel nachtjes is het nou nog, voor we er heen gaan? Ik kan haast niet wachten!”

“Lieve schat, nog een paar nachtjes slapen, en dan is het vrijdag.”

Woensdag:

“Mam is het al vrijdag?”

“Nee, nog 2 nachtjes slapen”

En ja hoor vrijdagmorgen:

“Jippie, het is vrijdag, gaan we nu?”

“Nee, pas om vier uur.”

“Is dat na de middag?”

“Pff, wat duurt het wachten lang!” zucht Suzanne (7) om twee uur.

15.30 uur ik roep dat het tijd is.

Onder luid gejuich trekt het kwartet hun jassen aan een rennen naar de auto.

Zijn alle kinderen zo enthousiast over de tandarts?

Geplaatst in gezin grappig | Een reactie plaatsen

De grote vragen des levens…..

Els (9) :

”He, mam ik heb een vraag voor je. Maar wanneer je het te moeilijk vind, mag je dat best wel zeggen hoor, dan zeg je gewoon dat je het niet weet.”

”Nou, dat is goed hoor, je kunt mij altijd alles vragen”,  ik ging er maar schrap voor zitten.

”Welke is nou sneller, de naakte slak of een slak met een huisje?”

Geplaatst in gezin grappig | Tags: | Een reactie plaatsen